Bartholomäus Strobel de Jonge was een invloedrijke schilder uit de late maniëristische en vroege barokperiode, geroemd om zijn verfijnde historiestukken en portretten. Hij werd geboren in 1591 in Breslau (het huidige Wrocław, Polen) en werkte voornamelijk voor de Silezische adel en aan de hoven van keizer Ferdinand II en koning Władysław IV van Polen.
Strobels werk werd sterk beïnvloed door de Nederlandse en Vlaamse schilderkunst, met name door Peter Paul Rubens en Anthony van Dyck. Zijn schilderijen kenmerken zich door dramatisch vertelvermogen, rijk clair-obscur lichtgebruik en weelderige details. Hij combineerde symbolische diepgang met de pracht van het hofleven. Zijn bijbelse en historische scènes tonen vaak momenten van grote spanning, bevolkt door expressieve figuren en zorgvuldig weergegeven stoffen en ornamenten.
Een van zijn bekendste werken is „Het feestmaal van Herodes met de onthoofding van Johannes de Doper“ (ca. 1630–1640, Prado Museum, Madrid), een groots verhaal vol allegorieën. In „Het feestmaal van koning Balthazar“ laat Strobel opnieuw zien hoe hij overgangsmomenten vol psychologische lading in luxueuze composities weet te vatten.
Vanaf het midden van de 17e eeuw verdwijnt Strobel uit de archieven; vermoedelijk overleed hij rond 1650. Hoewel hij in zijn tijd werd bewonderd, raakte zijn werk in de vergetelheid door de opkomst van grotere barokmeesters. Vandaag de dag wordt zijn oeuvre herontdekt en gewaardeerd om zijn verhalende kracht en rijke symboliek, waarmee hij opnieuw zijn plek onder de groten inneemt.