Dick Berckenkamps Whispering uit de serie Beyond Words vertaalt het fenomeen van het fluisteren naar een complexe visuele partituur die zich beweegt tussen fijnzinnige suggestie und impulsieve articulatie. Het werk vangt de essentie van een communicatie die niet door volume, maar door intensiteit en directheid werkt. De voor Berckenkamp kenmerkende spanning tussen materie en leegte wordt hier een resonantieruimte voor het bijna onhoorbare.
De compositie wordt gedomineerd door een vloeiende, bijna zwevende dynamiek: een licht, pasteus centrum schuift als een geluidloos gebaar over het beeldvlak, terwijl krachtige magenta- en roodtinten een emotionele urgentie suggereren. De fijne, ritmische lijnbundels aan de linkerzijde werken als grafische echo’s of geluidsgolven die de ruimte doorkruisen en het vluchtige een structuur geven. In deze paradox verbindt Berckenkamp het efemere van een zucht met de fysieke aanwezigheid van een krachtige penseelstreek.
Een stilistische vergelijking kan ook hier worden getrokken met de gebarenabstractie van Martha Jungwirth, met name in de manier waarop lichamelijkheid en ruimte met elkaar versmelten. Maar waar het werk van Jungwirth vaak een meer atmosferische versmelting zoekt, behoudt Berckenkamp in Whispering een grafische scherpte. De zwarte, filigraanachtige lijnen zetten accenten die doen denken aan een nerveus, innerlijk schrift en beteugelen de viscerale energie van de kleuruitbarstingen zonder de dynamiek weg te nemen.
De neutrale achtergrond dient opnieuw als een stil podium dat het spel van vormen isoleert en zo hun haptische kwaliteit benadrukt. Het samenspel van biomorfe kleurerupties en structurele lijnvoering doet een werk ontstaan dat zich aan de toeschouwer openbaart, soms als een zacht ruisen, dan weer als een plotselinge bekentenis. Whispering wordt zo een visuele metafoor voor die momenten waarop het zachte de grootste kracht ontplooit en het ongezegde een eigen, onmiskenbare vorm aanneemt.