Hybris III van Veit Korn is een krachtige reflectie op de menselijke natuur en haar onvermijdelijke beperkingen. De sculptuur, gemaakt van travertijn (zoetwaterkalksteen), combineert de vorm van een schedel met een geometrisch kader – een krachtig symbool voor de begrensde aard van het menselijk bestaan. De titel Hybris, ontleend aan de Griekse oudheid, verwijst naar overmoed of zelfoverschatting, die in mythen en tragedies vaak de ondergang van de held inluidt. Korn gebruikt dit concept om de spanning te verkennen tussen menselijke ambitie en de onvermijdelijkheid van sterfelijkheid.
Vanuit een existentialistisch perspectief krijgt het werk een diep filosofische lading. De schedel, een universeel symbool van de dood, confronteert de toeschouwer met zijn eigen sterfelijkheid. Het rigide rechthoekige kader rond de figuur fungeert als metafoor voor de grenzen van menselijke vrijheid – een fysieke uitdrukking van de existentiële conditie van het ‘geworpen zijn’, gevangen tussen geboorte en dood, vrijheid en beperking.
De sculptuur nodigt uit tot reflectie op essentiële thema’s uit het existentialisme:
Het zorgvuldig bewerkte oppervlak – gebeeldhouwd, geklopt, gepolijst en geolied – geeft het werk een ruwe, tijdloze uitstraling. Het lijkt op een reliek uit een verloren beschaving, een stille getuige van de eeuwige strijd tussen menselijke grootsheid en kwetsbaarheid.
Hybris III is meer dan een kunstwerk – het is een filosofische uitnodiging tot reflectie over de grenzen van het menselijk bestaan en het broze evenwicht tussen ambitie en sterfelijkheid.