In Spritz IV uit de Radio Spritz-serie bereikt de visuele vertaling van beweging een nieuwe, bijna architectonische dimensie. Terwijl de voor de serie kenmerkende cirkelvormige gebaren de achtergrond blijven verlevendigen, wordt Spritz IV bovendien gestructureerd door een markante verticale und horizontale dynamiek. De karakteristieke werkwijze—het vlak bewerken van het doek van alle kanten—leidt hier tot een compositie waarin lineaire kleurlopen elkaar als kruisende radiosignalen overlappen.
Stilistisch is het werk verankerd in de post-abstractie. Het naast elkaar bestaan van nevelachtige spraypaint-sporen en de scherpe, bijna reliëfachtige acrylstructuren creëert een visuele wrijving die staat voor het moderne samplen van verschillende schilderkunstige talen. De verticale impulsen werken daarbij als maatslagen die het horizontale vloeien van de kleuren onderbreken en herordenen.
Door het bewust openlaten van de lichte ondergrond behouden de kleuren hun maximale lichtkracht en werken ze als pure lichtgolven. Uiteindelijk is Spritz IV een visuele partituur van deze beweging van wat eigenlijk onzichtbaar is voor het menselijk oog. Omdat het werk geen vastgelegde oriëntatie heeft, wordt de toeschouwer uitgenodigd om de balans tussen de kruisende signalen steeds weer opnieuw te lezen en het samenspel van geluid, beweging en licht in het beeld zelf te doorgronden.