In Jungle verenigt Chef de Mulu neo-expressionisme en symbolisme tot een intense, bijna droomachtige beeldtaal. Centraal staat de vernietiging van het tropisch regenwoud – een leefwereld waarmee de kunstenaar, vanuit zijn oorsprong in Maleisië, diep verbonden is.
De compositie wordt gedragen door felgeel en diep groen. Terwijl groen staat voor leven, vruchtbaarheid en de natuurlijke cyclus van de jungle, markeert geel de wonden die van buitenaf zijn toegebracht. In sommige culturen verbonden met dood en verwoesting verschijnt het hier als een bewuste omkering van het “levenskleuren”-motief: wat normaal vitaliteit zou uitstralen, wordt hier een teken van verlies. Gekapte of verbrande bomen, zwartgeblakerde stammen en verkoolde vlakken verwijzen naar ontbossing en branden – gevolgen van de wereldwijde vraag naar grondstoffen en landbouwproducten.
De symbolen vloeien samen tot een duistere allegorie. De zwevende boomstammen in het midden van het doek tonen dat zij niet langer deel uitmaken van de natuurlijke kringloop. Losgerukt, zwevend en vervreemd van hun omgeving zijn ze tot louter objecten gedegradeerd. Niet langer ingebed in het ritme van het leven, maar losgemaakt en misbruikt, staan zij voor de goederen van onze consumptiemaatschappij – tekens van een begeerte die de levenscyclus van de jungle doorbreekt en haar overleving blijvend bedreigt. Een kettingzaag verschijnt als vreemd element in het beeld, symbool voor de directe werktuigen van vernietiging. En in de gehoornde, vlammende figuur neemt een uitbuitende kracht gestalte aan, die de jungle niet alleen van haar substantie, maar ook van haar spirituele dimensie berooft.
Met zijn ruige, expressieve toets, scherpe contrasten en emotionele geladenheid is het werk stevig verankerd in het neo-expressionisme. Tegelijkertijd draagt het sterke symbolistische trekken: geen realistische weergave, maar een geconcentreerde visie op vernietiging, uitbuiting en het verlies van een mythische, levende natuur.
Zo wordt Jungle een krachtige aanklacht – een artistiek manifest tegen de uitbuiting van tropische landschappen en een poëtische waarschuwing voor het verlies van hun spirituele essentie.