King rijst op als een mystieke verschijning—hoog, slank, bijna boomachtig, maar doortrokken van gezichten, ogen en lijnen die uit het brons lijken te vloeien. De verticale gestalte is zowel figuur als abstractie—een opgericht lichaam dat tegelijk begint te stromen. Het oppervlak oogt overgroeid, getekend, en herinnert aan houtnerf en schors. De indruk is biomorf—tussen stam en lichaam, organisch gegroeid. In deze rust ontvouwt de sculptuur een statische energie: zij staat stevig in de ruimte en toch lijkt de vorm de zwaartekracht te volgen, alsof een stille, aanhoudende stroming de massa zachtjes naar beneden trekt en de figuur in een zachte neerwaartse beweging zet.
Het surreële ontstaat door de biomorfe vloeiing: de vorm blijft stil, maar begint in de blik te dwalen, alsof betekenissen verschuiven. Met King wordt de figuur een symbool van een zwaartekrachtkern—stille autoriteit zonder insignes, die de omgeving bundelt, terwijl het tegenstuk Queen reikwijdte markeert. Ter vergelijking verschijnt Constantin Brâncuși, Bird in Space als tegenhanger: daar verdicht de vorm zich tot een heldere, opwaarts gerichte lijn die de opstijging constructief en gespannen benadrukt; hier daarentegen blijft de figuur in het biomorf-surrealistische veld, laat het materiaal ademen en volgt de zwaartekracht, waardoor uit de stille houding een voelbare neerwaartse beweging ontstaat. Zo ontstaat een fijn evenwicht tussen rust en stroom, dat de sculptuur haar bijzondere spanning en eigen toon verleent.